Review on Rachmaninoff. Piano Concerto #2 / Prokofiev. Piano Concerto #2 Disc
Wie Denis Matsuev (1975) het Tweede Pianoconcert van Sergei Prokofjev hoort spelen weet het zeker: dit is een meesterwerk. Het gaat misschien wat ver om te beweren dat Prokofjev dit werk speciaal voor Matsuev heeft geschreven – hij schreef de eerste drie van zijn vijf concerten in eerste instantie voor eigen gebruik. Maar voor elke uitvoering van het tweede concert deed de pianist Prokofjev toch wel even een schietgebedje. Wie Denis Matsuev het podium ziet betreden denkt in de verste verte niet aan schietgebedjes. Hier verschijnt een kerel die zo uit de sportschool lijkt weggelopen. Zijn fysieke verschijning zet menigeen op een dwaalspoor, getuige de nodige commentaren in de muziekpers over zijn spel, dat nogal eens beschreven wordt als overdreven krachtpatserij. Men zwijgt dan gemakshalve over het feit dat zijn spel volkomen vrij is van de maniertjes die we van minder goed toegeruste virtuozen te slikken krijgen. Matsuev gaat zitten en hij speelt als een vorst– net als Rachmaninov.
Krachtpatserij lijkt een eerste vereiste in het Tweede Concert van Prokofjev, maar wie luistert naar de openingsmaten van het eerste deel zal verbaasd staan over de liefdevolle poëzie die Gergiev en Matsuev ons hier voortoveren. Als men dan nieuwsgierig kijkt naar de opnamegegevens blijken we met een live-uitvoering van doen te hebben. Om het nog spannender te maken: een live-uitvoering die een dag later gevolgd werd door een tweede concert, met het tweede pianoconcert van Rachmaninov. Dan kun je gerust spreken van een Olympische prestatie. Ook in dat concert is er sprake van een soevereine beheersing van de materie, gecombineerd met een dichterlijk oog voor de tedere momenten. En wees gerust, zelfs in de meest gewelddadige passages zult u Matsuev niet betrappen op misslagen.
Het is bekend, niet iedereen is onder de ind ruk van het spel van dit fenomeen, maar komt dat misschien ook een beetje omdat we er ons geen raad mee weten? Het is gemakkelijk om zulk vakmanschap weg te zetten als klatergoud, maar wie zo kan spelen verdient een gouden griffel. In het Utrechtse Tivoli gaf Matsuev na een uitvoering van Rachmaninovs tweede concert een toegift – een jazz-improvisatie waarin hij duizend aanslagen per minuut met gemak gehaald moet hebben – en dan hebben we het over volle akkoorden. Noem het een kunstje – de man is een kunstenaar. Luister maar.
Review is
« back